Wij zijn kinderen van onze tijd. Daarom zijn we op een of andere intuïtieve en onderbewuste manier deelachtig en onderworpen aan iets wat de Duitsers in de romantische periode ook wel “Zeitgeist” hebben genoemd. Een soort aromatisch ingedaald zielenroersel dat het individu verbinding geeft met zijn soortgenoten en zorgt voor een onderling saamhorigheidsgevoel. Onze tijdgeest komt neer op een soort ondergangsontremming, waarin het Avondland op de eigen vernietiging aankoerst.
En dat is de reden waarom we acteurs zijn in een sprakeloze film, waarbij we iedere uitmiddelpuntige stellingname zoveel mogelijk vermijden en ons beperken tot triviale aldagelijksheden. Daarom zegt Ome Karel bij “De Wiener Konditorei” alleen nog iets over de knapperigheid van het verstrekte gebak van lagen feuilletondeeg en de opname van de mierzoete vulling in die lagen die dan te sopperig worden. Als je de versnapering wat te lang laat liggen.
Maar Ome Karel vertelt niets meer over de politieke verhoudingen tussen links en rechts en stellig niet meer over de vraag of de Palestijnen een thuisland mogen claimen in de Gazastrook. Ome Karel kijkt wel uit. Want dan krijgen we ruzie, omdat er iemand aan de tafel zit wier ouders zijn vergast in Auschwitz terwijl ze toch maar halfjoden waren. En dat Ome Karel een crypto-antisemiet is. En dat hij dat altijd al gedacht had. En dat Ome Karel zich zou moeten schamen. Ook tegenover de marktlui die van Joodsen Huize zijn. Maar meer in het algemeen ook tegenover iedereen.
En dat de Joden altijd nog het Oude Volk zijn. Met een eeuwigdurend verbond met Jahweh. Je kunt er dan vergif op innemen dat een andere klant in deze lunchroom op dat geluid gaat reageren en dat dat uit kan lopen op rollebollen in de Korte Pooten. Terwijl Ome Karel eigenlijk best wel hart heeft voor de Joodse Zaak maar allengs maar wou manen de zaak van twee kanten te bekijken.
Dat moet je tegenwoordig niet doen. Omdat je dan zeer zeker niet aan De Goede Kant staat. En dat moet je toch willen, dat staan aan De Goede Kant, want het Laatste Oordeel is nakend, of het feuilletondeeg vandaag nu wel of niet wat papperig is van zuigkracht. Laten we het niet over de linksen hebben. En ook niet over de rechtsen. Maar over de rozenknopjes in het behangpatroon wat aan de Konditorei zo’n biedere uitstraling geeft. Zullen we dat doen, Ome Karel? Maar ome Karel wil nu helemaal niet meer praten. Hij wil weg. En nog wegger. Eigenlijk wil hij dood. Maar dat is net een brug te ver.