Vervolging Netanyahu

Nu het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag een arrestatiebevel heeft uitgevaardigd tegen de Israëlische premier Benjamin Netanyahu wegens vermeende oorlogsmisdaden in Gaza, waaronder waarachtig ook de voorbereiding en tenuitvoerlegging van genocide — overweegt president-elect Donald Trump de aanklager van dat hof, Karim Khan, te straffen met sancties. Dat schrijft de Britse krant The Independent.

Washington is al onder de regering-Biden uitgesproken woedend over het arrestatiebevel tegen Netanyahu en zijn voormalige minister van Defensie Yoav Gallant. De kans is groot dat Trump na zijn inauguratie op 20 januari daar nog een schepje bovenop doet. Trumps beoogde nationale veiligheidsadviseur Mike Waltz zei in een reactie dat het ICC ‘geen geloofwaardigheid’ heeft en beloofde ‘een krachtige reactie’ van de nieuwe Amerikaanse regering. Met name Republikeinse senatoren hebben opgeroepen tot sancties tegen Khan, die zelf wordt beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag ten opzichte van vrouwelijke medewerkers van het hof. Ook ICC-rechters zouden getroffen kunnen worden door Amerikaanse sancties.

De VS zijn woedend over de beslissing en aanvaarden niet dat het VN-tribunaal een land aanklaagt dat zich verdedigt na een genocidale aanval door een jihadistische terreurbeweging, vooral omdat talloze dictators overal ter wereld buiten schot van het strafhof in Den Haag blijven. In Europa is verschillend gereageerd op de arrestatiebevelen. Landen met een anti-Israëlische regering, zoals België en Ierland maar opvallend genoeg ook Nederland, zijn enthousiast over de beslissing en hebben aangekondigd Netanyahu te arresteren als zij de kans zouden krijgen. Maar andere landen spreken er schande van, de Hongaarse regering ging zelfs zo ver Netanyahu uit te nodigen voor een bezoek. Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië laten tot nu toe in het midden of zij gehoor zouden geven aan het arrestatiebevel.

Grote verbazing wekte op 19 november 2024 dat de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Veldkamp (VVD) onmiddellijk te kennen gaf dat Nederland Netanyahu conform dat arrestatiebevel zal aanhouden, arresteren en in voorlopige bewaring nemen. Ter fine van de door Khan beoogde strafvervolging. Veldkamp suggereerde dat Nederland juist als gastland van het Internationale Permanente Strafhof op basis van het Statuut van Rome dat in 1998 te Rome ter parafering aan de Charterpartijen van de Verenigde Naties werd voorgelegd verplicht is dit bevel zonder aarzelen binnen Nederland. Ik gaf al aan dat de minister van BuiZa Veldkamp beter had kunnen zeggen dat Nederland alle verdragsverplichtingen zal nakomen voortvloeiend uit Statuut van Rome, Seatagreement, Hoststate Arrangements en uitvoeringsovereenkomsten als bedoeld in artikel 3. Want de rechtsingangkamer van het Internationale Strafhof moet nog beslissen of alle voorwaarden van jurisdictie-uitoefening als bedoeld in het beginsel van de complementariteit zijn vervuld.

Die kamer kan best nog beslissen dat geen rechtsingang mogelijk is. Niet in deze fase waarin zelfs nog geen sprake is van de staat van rechtsaanhangigheid op een bekrachtigde tenlastelegging. Omdat er wel degelijk nationale erkende jurisdicties zijn die wel beschikbaar, effectief en welwillend zullen zijn een strafvervolging  betreffende de feitencomplexen die Khan voorlopig noemde op hun territoir ten uitvoer te leggen mits Nethanyahu daar fysiek wordt aangetroffen.

Want er is juridisch gezien heel wat af te dingen op Khans zienswijze dat het Strafhof te dezen prioritaire jurisdictie zou kunnen en mogen uitoefenen. En ook een gastland mag de daarbij behorende belangenafwegingen bij de tenuitvoerlegging van zo’n arrestatiebevel stellig verrichten. In Rome in 1998 is daarop uitvoerig gewezen bij de afparafering door Nederland als gastland van dat Romeinse Statuut. In een afzonderlijke interpretatieve verklaring over de gastlandpositie, die Theo van Boven, de delegatieleider destijds voor Nederland, op last van de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken H.A.F.M. Van Mierlo, had moeten overleggen aan het secretariaat van de voorbereidingscommissie die de conferentie over het concept-Statuut voorbereidde en begeleidde.

Zelfs Van Mierlo – altijd en overal hartgrondig voorstander van de doorontwikkeling van de bovenstatelijke rechtsorde —  vond dat Nederland wel wat erg voortvarend was geweest door alle reserves te dezen te laten varen. Dat toont de huidige gang van zaken wel aan. Er zijn in aansluiting op het Seatagreement dat artikel 3 van het Statuut van Rome voorschrijft, voldoende aanvullende Hostarrangements – subsidiaire uitvoeringsregelingen terzake van de gastlandplichten — tot stand gebracht tussen 1998-2008 om de mogelijke reserves van het Gastland ruimte te geven.