Voorzichtig aan maar

De folder die de politiemensen uitreikten in de wijk was gedetailleerd en vergaand. Doe nooit de deur open als er onverwachts wordt aangebeld en u kunt niet zien wie er voor de deur staat. Hoe altijd de deurketting op de deurkier. Laat niemand binnen, ook niet op een legitimatiepas die doorgaans vervalst blijkt. Geef niemand uw PINPASnummer. En ook niet uw bankrekeningnummer. Houd meerdere bankrekeningen aan. Stort regelmatig uw tegoeden door. Wijzig uw maandelijkse bestedingslimiet regelmatig. Haal derden die u goed kent erbij. Neem geen nieuwe glazenwasser aan en laat geen schoorsteenvegers toe op uw dak.

Ik denk dat het mede te maken heeft met een integrale herpopulatie van onze wijk. Toen ik meer dan dertig jaren gelden hier neerstreek woonden hier alleen maar amechtige moeizaam voortkrukkende bejaarden in loden groene jagersjassen. Die waren zondermeer al wantrouwig en haatten het proletendom van elders. Ze droegen allemaal een rafelig strikje of vervuild cordon in het linkerknoopsgat van de revers. En ze spraken allemaal nodeloos luid. Ook bij het vóórdringen, want dat deden ze wel, en nog krachtig ellebogend ook.

Ze bewoonden krankzinnig grote huizen met sleetse groene vloerbedekkingen, verrafelde Perzische tapijten en de lucht van het aromagehalte dat ontstaat als een oud persoon zich zeer beperkt wast. En nooit lucht. Maar sedert een decennium werden de panden wegens sterfgevallen krachtig ontruimd, waarbij prachtige dingen werden weggekieperd bij het vuilnis dat in het ochtendgloren aan de straat werd gezet. Ik deed er mijn voordeel mee.

De panden werden opgesplitst. In mini-appartementen. Soms vijf en zes in één dubbele bovenwoning. De verhuurder vroeg astronomische huurbedragen. Maar die werden grif betaald door expats van over de hele wereld. Op de platte daken kwamen volledige nieuwe etages en kleine tuintjes. Die aan elkaar belendden. Zodat je van het begin van de straat aan de stadszijde ongehinderd over de daken kon doorlopen, rammelend aan de aangebrachte gloednieuwe vensters en deuren die nooit goed afsloten en met één dreun bezweken.

Benoordenhouters zijn, ook al wemelt het er van expats, eigenlijk niet zo zeer op vreemdelingen gesteld. Dat doen ze duchtig blijken, niettegenstaande hun kosmopolitische pretenties. Dat blijkt in winkel en buurtsuup. Je mag niet discrimineren, maar vreemdelingen die er wat schimmelig uitzien moeten wel hun plaats weten, niet voordringen en vooral niet aanschuiven. Dat is vanzelfsprekend, vinden de Benoordenhouters met stelligheid, als ze zich ontspannen. Geen wijkomvolking. Niet in het Benoordenhout. Elders geeft dat niet zozeer. Maar niet hier, in deze wijk. Onze wijk. Die van de Benoordenhouters.

Er werd dus gestolen als de raven en niet alleen in kersttijd. Veel nachtelijke dreunende feesten en party’s met barbecue, veel sterke drank, wiet en chemische ontremmingsmiddelen. Ook veel homo’s. Die giechelend hun sexuele aandriften uitserveerden gedurende de nachtelijke uren. Voor iedereen zichtbaar. Dat wel, natuurlijk. Het hoort erbij. De ouden van dagen die nog beprangd resteren in afwachting van de afvoer naar bejaardenhospice “De Grafzerk” hebben bij de gemeente geklaagd over hun steeds toenemende gevolglijke onveiligheidgevoelens. En de gemeente laat daarom de politie folderen. Niet handhaven, niet rechercheren, niet preventief visiteren. Maar folderen.