Westerse toerekeningen aan de rest van de wereld II

De hoofdonderhandelaar van Panama, Juan Carlos Monterrey Gómez, noemt de tekst “schandalig, slecht en meedogenloos”. “De 250 miljard dollar die de ontwikkelde landen aanbieden, is spugen in het gezicht van kwetsbare landen zoals dat van mij. Zij bieden kruimels aan, terwijl wij de doden dragen.”

Bij milieuorganisaties die op de klimaattop aanwezig zijn, klinken vergelijkbare reacties. De reacties variëren van “ontoereikend” tot “verschrikkelijk”. Agnes Schim van der Loeff van de non-gouvernementele organisatie Actionaid zegt: “Dit voorstel doet volledig afbreuk aan het Parijsakkoord. Het vorige doel van 100 miljard was al ondermaats, dus een nieuw doel van 250 miljard mobiliseren en dat pas vanaf 2035 is schandalig laag. Met inflatie gerekend is dit achteruitgang, niet vooruitgang.” Agnes spreekt hier namens de westerse groene weldenkenden. Die in Bakoe flink irritatie veroorzaakten. Zonder dat recht te beseffen, want heel veel openlijke weerstand boden de ontwikkelingslanden in de plenaries nu ook weer niet. Mede, omdat de vertalingen in de VN-verdragstalen zo erbarmelijk bleken. Een breed ervaren euvel in VN-gremia.

Ook een expertgroep die door de VN was gevraagd om de benodigde klimaatfinanciering in kaart te brengen, is kritisch. Het bedrag van 250 miljard dollar is “te laag en niet consistent met het in de praktijk brengen van het Parijsakkoord”, schrijven de economen Amar Bhattacharya, Vera Songwe en Nicholas Stern. Relatief welvarende ontwikkelingslanden zoals China worden in de tekst “uitgenodigd” om bij te dragen aan het subdoel van 250 miljard dollar. Als zij dat doen, hoeven rijke landen dus minder geld in te brengen. De Chinezen zeggen vrijwillig al miljarden bij te dragen aan klimaatprojecten in ontwikkelingslanden. In dit artikel lees je daar meer over.

De EU en andere ontwikkelde landen weigerden in de eerste elf dagen in Bakoe over bedragen te praten, terwijl dat het belangrijkste onderdeel was van de klimaattop. Die gesprekken kunnen nu eindelijk beginnen, maar de tijd dringt wel enorm. Officieel moest de klimaattop vrijdagmiddag eindigen, maar waarschijnlijk wordt dat ergens (diep) in het weekend. De EU heeft nog niet gereageerd op het voorstel. Referenties naar het afbouwen van fossiele subsidies of het verlichten van de schuldenlast op ontwikkelingslanden zijn verdwenen of afgezwakt. Klimaatschade door extreem weer wordt wel genoemd, maar bijdragen om zulke schade te herstellen zijn geen onderdeel van het financiële doel en blijven dus vrijwillig.

De teksten over het tegengaan van klimaatverandering zijn aangescherpt ten opzichte van het voorstel dat donderdag werd gepresenteerd. Landen worden nu gevraagd om de conclusies van vorig jaar te onderstrepen. Toen werd in Dubai afgesproken om “weg te bewegen” van fossiele brandstoffen. Voor de EU is het belangrijk dat er in Bakoe geen stap terug wordt gedaan.

 

De beslissingen die nu op de klimaattop zijn voorgesteld, zijn nog niet definitief. Hoofdonderhandelaar Yalchin Rafiyev van gastland Azerbeidzjan zei tegen de pers dat het bedrag van 250 miljard dollar nog “niet eerlijk en ambitieus” is, en dat de voorzitter “laatste aanpassingen” wil doen als landen hun zegje hebben gedaan. Om uiteindelijk een deal te sluiten, is een consensus tussen alle aanwezige landen nodig. Die is nog ver weg. De ontwikkelingslanden hebben thuis gerapporteerd hoe schamel zij in Bakoe zijn getrakteerd. Door Het Westen. En omdat dat slachtofferschap ook een heerlijke emotie van miskendheid veroorzaakt die steeds beter uitbetaalt in deze wereld als dorpsgemeenschap, worden de diplomatieke posten van deze ontwikkelingslanden nu geïnstrueerd deze boodschap wereldwijd uit te dragen.

Ze verwijten de Westelijke Mogendheden, vooruit maar, klimaatkolonialisme. Het Westen bedenkt nu een aparte klimatologie waarin de ontwikkelingslanden het bezigen van fossiele brandstoffen en ontploffingsmotoren als aandrijvingsmechanismen in de nationale industrieën die net op gang komen worden gebonden aan allerlei onhaalbare tussendoelstellingen en voortbrengingsbeperkingen.

Het Westen heeft daarom een nieuwe religie bedacht die, net als het Christendom uit de koloniale periode en de daaropvolgende imperiale consolidaties daarvan tussen 1920-1972, de oorspronkelijke inheemse bevolkingen moet wringen in een gareel dat iedere bewegingsvrijheid en inventie beperkt en afknijpt. Dat is één keer gelukt. Maar een tweede keer zit er echt niet in. Dat moeten die diplomatieke posten nu maar eens duidelijk gaan uitdragen, vooral binnen de gremia van de westerse non-gouvernementele organisaties.