Westerse toerekeningen ten koste van de rest

De ontwikkelingsstaten hebben gedurende de tweewekelijke klimaatconferentie te Adzerbeidjan voor de zoveelste keer vastgesteld, op 21 november, dat heel dat klimaatgedoe bedacht is door Het Westen om de derde wereld blijvend op achterstand te zetten. De truc is om deze wereld, die amechtig probeert de interne soevereiniteiten op orde te krijgen en te houden door de nationale economie concurrerend te organiseren ten opzichte van Het Westen, te onderwerpen aan een fijnmazig netwerk van randvoorwaarden die de klimaatveranderingen moeten bedwingen en terugdringen.

Terwijl dat Westen zich van dergelijke mogelijke veranderingen geen ene moer heeft aangetrokken sedert 1850. Deze ontwikkelingsstaten hebben het in de wandelgangen onderling steeds gehad over “groene manipulaties” ten behoeve van een westelijke hysterie omtrent de integriteit van klimaat en ecologie. Een gemoedbeweging om deze ontwikkelingslanden wederom achterop te duwen bij het bereiken van een bestendig en stabiel nationaal welvaartsniveau gerelateerd aan het jaarlijks bruto nationaal product. Het Westen heeft gezegd, laatdunkend,  dat dit een verkeerde zienswijze is en cijfers geproduceerd waarom de mondiale ecologie dat netwerk nu eenmaal veronderstelt. Dat hier ruim baan gegeven wordt aan onderbuikgevoelens van achterdocht.

Complottheorieën zonder feitelijke grondslag. Maar dat was nog geen reden om deze ontremmingen, breed voelbaar in Bakoe, maar te negeren of te geringschatten. Veel conflicten tussen de naties zijn begonnen met negatie van dergelijke ontremmingen. De Eerste Wereldoorlog is mede te wijten aan het feit dat de Britten geen draad wilden gunnen aan de onstuimige Duitsers die zich steeds weer beklaagden, heftiger en heftiger, dat de Engelsen Duitsland en zijn vazalstaten geheel wilden omsingelen en afknijpen bij hun economische expansies. Een paranoïde opstelling, zei Whitehall. En het verkoos die geestesafwijking totaal te negeren. Tot op 3 augustus 1914.  Emoties, ontremmingen en geestesafwijkingen zijn feiten. Staatlieden rekenen met dergelijke feiten. Dat deden de westerlingen in Bakoe niet. In november 2024.

Rijke landen lijken vooralsnog wederom hun volledige zin te krijgen op die frusterende klimaattop in Bakoe. In het eerste concrete voorstel over de klimaatsteun aan arme landen staat dat die steun omhoog moet van 100 naar 250 miljard dollar, maar pas in 2035. Het gaat niet alleen om giften, maar ook om leningen en investeringen van bedrijven die overheden van industrielanden mogelijk hebben gemaakt, staat in een nieuw voorstel van de Azerbeidzjaanse voorzitter. In een eerdere tekst stond nog geen bedrag en waren ook nog twee sterk uiteenlopende voorstellen voor de structuur van het doel aanwezig. Dat leidde tot veel boze reacties.

Het was mede te wijten aan het feit, dat de Sustainability Development Goals, de beruchte SDG’s, zo merkwaardig vaag  en dus polyinterpretabel zijn geformuleerd in het Engels.  In het nieuwe voorstel wordt ook een overkoepelend financieel doel van 1,3 biljoen (1.300 miljard) dollar voorgesteld, zoals volgens diverse onderzoeken nodig is. Maar in het bredere doel tellen ook allerlei investeringen mee die zonder overheidsinmenging gebeuren. Er kan niemand verantwoordelijk worden gehouden als dat bredere doel niet wordt gehaald. Dat komt, zeggen de ontwikkelingslanden, dat Westen verdomd goed uit. In het bericht waarin de slotverklaring van de conferentiepartijen is samengevat spat de frustratie ervan af.

Het bedrag van 250 miljard dollar is naar verluidt in lijn met de wensen van de Europese Unie. Het lijkt daarmee vooral een openingsbod, want ontwikkelingslanden vragen veel meer: tussen de 440 en 900 miljard dollar in giften of goedkope leningen. Investeringen zouden daar nog bovenop moeten komen. De eerste reacties vanuit ontwikkelingslanden zijn dan ook niet mals. Ali Mohamed, hoofdonderhandelaar namens de Afrikaanse landen, noemt de tekst “totaal onacceptabel en onvoldoende”. Hij vindt niet alleen het bedrag te laag, maar hekelt ook het feit dat industrielanden niet als enige verantwoordelijk zijn voor het halen van het doel. Zij moeten alleen “de leiding nemen”.